Als co-auteur van landelijke raamleerplannen voor instrumentaal muziekonderwijs werkt Jan tot op heden aan de kwaliteit van (instrumentaal) muziekonderwijs. Op grond van zijn ervaring als docent, commissielid, auteur en jurylid heeft hij een visie op muziekonderwijs voor leerlingen van alle leeftijden.

Die visie draait om evenwicht in de ontwikkeling van klank- en voorstellingsvermogen, instrumentale vaardigheid, cognitie, luisteren naar muziek, samenspel met andere muzikanten, reflectie en creativiteit. Anders gezegd: goede muziekeducatie gaat over de ontwikkeling van cognitieve-, motorische- en affectieve vaardigheden ('hoofd, hand, hart'). Het in dialoog komen met de wereld van de muziek, het instrument en andere muzikanten.

Tentamens en examens zijn geen doel op zich maar middelen om muzikale groei te stimuleren: bijzondere momenten in de vorm van een tentamen, examen of presentatie. Voor de (amateur)muzikant bedoeld als ‘een muzikaal feestje’ dat stimuleert. De leerling en de docent werken er naartoe en beleven het ook samen. Daarbij is er veel ruimte voor eigen invulling. Landelijke raamleerplannen verschaffen de inhoudelijke richtlijnen. Starre toepassing van leerplannen of exameneisen is niet wenselijk of bevorderlijk. Jan is voorstander van het uitreiken van landelijke Cultuurconnectie/KNMO/FASO-diploma’s.

Desgewenst kan hij:

  • advies geven over de inhoudelijke inrichting en organisatie van examens op alle niveaus, kwaliteitsontwikkeling, kwaliteitsborging en leerlingenvolgsystemen;
  • jongeren (en hun ouders) die de stap willen zetten naar een muzikale vakopleiding adviseren op grond van zijn jarenlange ervaring met deze doelgroep aan het Fontys Conservatorium (AMPA: Academy of Music & Performing Arts) in Tilburg.

 

 

Gecommitteerde bij muziekexamens

Als gecommitteerde namens KNMO, de Kon. Nederlandse Muziek Organisatie en Cultuurconnectie, de branchevereniging voor de centra voor de kunsten en muziekscholen, is Jan nauw betrokken bij het Nederlandse systeem van landelijke diploma’s voor amateurmuzikanten dat is ingericht in 4 opleidingsfasen. Het stelsel is inhoudelijk gebaseerd op het landelijk Raamleerplan Blaasinstrumenten (LKCA, 2014/2016) waarvan hij co-auteur is en dat is te beschouwen als een collectief kerndocument over kwalitatief hoogstaande muziekeducatie voor blaasinstrumenten. Als gecommitteerde monitort hij kwaliteit en coacht hij mogelijke verbeteringen met een positief, opbouwende houding.